Peter Dekkers
09. Specifieke werkzaamheden
 >  Kabeltrekken
Inleiding

De afgelopen jaren hebben we een aantal ernstige incidenten gezien bij het uitvoeren van kabeltrekwerkzaamheden. Kabeltrekken met een lier is een specifieke klus en risicovol als er niet op de juiste manier met het materieel wordt omgegaan. Goed gebruik van de lier voorkomt de kans op ongelukken en onnodige materiele schade. In deze toolbox zullen we ingaan op de belangrijkste elementen van het kabeltrekken. 

Risico's > Wat kan er gebeuren?

Het kabeltrekken is een risicovolle activiteit waarbij een goede voorbereiding cruciaal is om gevaren op de werkplek te voorkomen. Onderstaand zijn de belangrijkste gevaren benoemd die voorkomen bij het kabeltrekken. 

  • Je kunt geraakt worden door een wegzwiepende lierdraad als deze kapot gaat door te hoge trekkrachten;
  • Je kunt geraakt worden door de liedraad als de trekkop op de kern van de kabel afschiet
  • Je kunt geraakt worden door de lierdraad doordat de gebruikte kabelvlieter losschiet
  • Je kunt geraakt worden door een weg schietende lierdraad als je aan de binnenzijde van een bocht staat
  • Er kan schade ontstaan aan de kabel bij het trekken met een te hoge trekkracht. Hierdoor ontstaan haarscheurtjes in de buitenmantel waardoor deze afgekeurd wordt bij het manteltesten / of door de opdrachtgever
Uit ervaring weten we dat het letsel dat veroorzaakt wordt het wegschieten van de lierdraad ernstig kan zijn. Waaronder: botbreuken (benen, armen, schouder), schaafwonden, open wonden etc. Het is dus van cruciaal belang dat we bij deze werkzaamheden vooraf goed nadenken over hoe we het werk gaan aanvliegen. Onderstaand zijn de belangrijkste zaken opgenomen om de risico's van het kabeltrekken zo klein mogelijk te maken. ​​​​​​​

Maatregelen > Wat moet je doen?

De volgende maatregelen moeten we toepassen om de gevaren op het werk bij kabeltrekken zo klein mogelijk te maken:

Algemeen:

De kabeltreklier mag alleen worden bediend door een daarvoor aangewezen en geïnstrueerde medewerkers. Zonder training / instructie mag de kabeltreklier niet bediend worden;

Opstelling Lier:

  • Stel de machine goed op conform de handleiding. Zet steunpoten uit op voldoende draagkrachtige ondergrond (indien nodig rijplaten inzetten)
  • Controleer voor de kabeltrek de status van de kabel
  • Controleer voor de start van de trek de staat van de lierkabel en de maximale trekkracht van de hulpmiddelen (swivel, trekkous of vlieter e.d, en registreer deze gegevens)
  • Controleer olie pijl en brandstofhoeveelheid in de lier
  • Als er geen geregistreerde en gekalibreerde lier wordt gebruikt maak dan gebruik van een breekkabel met een stalen veiligheidskabel voor de overbrugging
  • Stel de maximale trekkracht in op de lier, die horen bij de kabels die je trekt;
    • Deze informatie hoor je vooraf te ontvangen vanuit werkvoorbereiding of uitvoerder. Heb je deze niet: vraag hier dan naar

Opstelling personeel:
Afhankelijk van de wijze van kabeltrekken en de afstand heb je nodig:

  • 1 man bij de haspelwagen
  • 1 man bij de lier
  • 1 man bij eventuele bedieningskasten bij machinaal trekken
  • 1 a 2 man bij de kop van de kabel 
  • Afhankelijk van het aantal bochten, lengte moeten er bij kritische punten medewerkers worden opgesteld om voldoende zicht op de kabeltrek te houden
  • Bij ingangen van een gestuurde boring of persing moet 1 man staan. Hier kan de kabel vastlopen waardoor de trekkrachten te hoog worden en er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.

Communicatie:
Een belangrijk onderdeel bij het kabeltrekken is communicatie. Om dit goed te organiseren moet je volgende zaken organiseren:

  • Bij het kabeltrekken wordt gebruik gemaakt van portofoons. Iedere medewerker betrokken bij de kabeltrekwerkzaamheden moet beschikken over een portofoon. 
  • Tijdens de kabelaanleg is er één aanspreekpunt. Dit is de voorman / uitvoerder op het werk. Hij zorgt voor de onderlinge communicatie tussen alle vaste en flexibele medewerkers. 
  • De voorman staat vaak aan de kop van de kabel. Hierdoor zorgt de voorman / uitvoerder ervoor dat de kabelaanleg gecontroleerd verloopt;
  • Algemene communicatie afspraken:
    • 3x stop achter elkaar (Stop, stop stop) is direct stoppen met het trekken
    • Vlak voor de start van het kabeltrekken gaat de voorman alle medewerkers af (hij/ zij noemt alle medewerkers met de portofoon bij naam en vraagt of ze klaar staan) waarna het kabeltrekken kan starten.

Aanvullende maatregelen:
  • Je begeeft je nooit voor de kop van de kabel omdat je bij het eraf schieten van de vlieter of trekkop geraakt kan worden
  • Gebruik van mosterdpotten: dit is afhankelijk van het trekken tracé en hoeveelheid bochten. Belangrijkste strekking is dat de kabel de grond bij het kabeltrekken niet mag raken. Als algemene eis geld minimaal 1 per 3 meter (advies leverancier) en maximaal 1 per 10 meter (eis Liander) voor en na bochten in het tracé en bij wegkruisingen.
  • Begeef je nooit in de gevarenzone rondom de machine. Zoek contact met de bediener van de kabeltreklier alvorens naar de machine toe te lopen
  • Het inzetten van zelf (vast) gemaakte trekkoppen op de kern is niet toegestaan tenzij deze door de fabrikant zijn aangebracht
  • Het trekken van drie 20kV kabels tegelijkertijd in één mantelbuis van 200 mm / 160mm is niet toegestaan
  • Bij vastlopen van een kabeltrek / overstijging van de trekkrachten neem je contact op met je uitvoerder / projectleider en bespreek je de mogelijke opties om de trekkracht te verlagen (denk aan aanbrengen water in de mantelbuis, glijmiddel toepassen, kabeltransporteurs bijplaatsen, extra mof locatie etc.)
  • Houd een trekkrachtregistratie bij

Discussie > Bespreek het met je collega’s!

Ga met elkaar in gesprek over het volgende:

  1. Hoe is het kabeltrekken bij jullie op het werk georganiseerd?
  2. Zijn jullie allemaal bekend met de risico's van de werkzaamheden?
  3. Spreken jullie elkaar aan als afspraken bij het kabeltrekken niet worden nagekomen?
  4. Wat zijn jullie ervaringen bij het kabeltrekken?

Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.